Ons pensioenstelsel is een van de betere in de wereld. Toch is het toe aan vernieuwing, omdat onze maatschappij enorm is veranderd. Ook willen we dat pensioen beter bestand is tegen schokken als het economisch slechter gaat. En dat mensen beter kunnen zien en begrijpen wat er in hun persoonlijke pensioenpot zit. Werkgevers, werknemers, experts en overheid werken hieraan mee. We streven ernaar de goede elementen te behouden en de knelpunten op te lossen.

Wisselen van werkgever
Vroeger werkten we vaak ons hele leven bij dezelfde werkgever werkt. Maar dat is al lang niet meer zo. We werken soms een tijdje minder of niet, als zzp’er of we hebben flexibele contracten. Het nieuwe pensioenstelsel houdt rekening met de huidige arbeidsmarkt.

Meebewegen met economie en maatschappij
Verder hebben we gezamenlijk een groot pensioenkapitaal opgebouwd dat gevoelig is voor economische veranderingen. Denk aan een zeer lage rente. Of grote schommelingen op de aandelenbeurzen. We worden ook ouder dan vroeger. Het is belangrijk dat ons pensioenstelsel bij al deze ontwikkelingen blijft aansluiten.

Pensioen regelen we nog steeds samen
De belangrijkste elementen uit het oude pensioenstelsel zijn overeind gebleven. Er is straks pensioen voor jou, dat is niet veranderd. Je krijgt pensioen en AOW zolang als je leeft. We blijven risico’s delen. Dat is belangrijk als je bijvoorbeeld ziek of arbeidsongeschikt wordt.

Maar we lossen ook knelpunten op
Het nieuwe pensioen gaat meer meebewegen met de financiële markten. In goede tijden gaan pensioenen eerder omhoog. In slechte tijden spreiden we de daling van pensioen. De rekenrente verdwijnt en er bestaat geen dekkingsgraad meer.

Je krijgt een premieregeling waarbij je een eigen vermogen opbouwt: je persoonlijke pensioenpot. Deze pot bestaat uit geld waarvoor je zelf – samen met je werkgever – betaald hebt. Je kunt straks zien hoeveel je voor je pensioen hebt gespaard én welke pensioenuitkering je kunt verwachten.

Nu krijgen jongeren en ouderen dezelfde verhogingen en verlagingen. In de toekomst zullen de bedragen voor jongeren sterker stijgen en dalen. Hierdoor groeit het kapitaal van jongeren naar verwachting sneller en hebben ouderen meer zekerheid over de hoogte van hun pensioen.

Wat verandert er nu?
Op dit moment verandert er niets. Uiterlijk 1 januari 2027 zal het nieuwe stelsel in werking treden. Daarvoor is een nieuwe pensioenwet nodig die op 1 januari 2023 klaar moet zijn. In deze wet staan voorstellen zoals:

• Je krijgt een pensioenvermogen in plaats van een pensioenaanspraak.
• Je legt – samen met de werkgever - premie in voor je persoonlijke pensioenpot.
• De regels voor het pensioen van je nabestaanden worden overzichtelijker.
• Als je met pensioen gaat, krijg je een nieuwe keuze: je kunt 10% van je pensioenpot ineens opnemen.
• Mogelijk komen er ook extra regelingen voor ZZP-ers zodat zij pensioen kunnen opbouwen in het nieuwe stelsel.

Meer lezen over het nieuwe pensioenstelsel
Volg onze berichtgeving over het nieuwe pensioenstelsel op de website. Je vindt daar ook veelgestelde vragen en antwoorden.